Gesprek van de WSK met het Ministerie van OCW

Op 21 februari heeft de WSK een goed en vruchtbaar gesprek gehad op het Ministerie van OCW. Bijgaande brief is er ondertekend achtergelaten.
De hoofdpunten zijn:
* Het kind ontwikkelt zich in psychologisch opzicht.
* De meeste pabo’s leiden studenten niet, onjuist en/of onvolledig op in de psychologische ontwikkeling van het jonge kind; de WSK dringt aan op een langetermijnsverandering en op een kortetermijnsverandering
* De onderwijsinspectie dient scholen er eerst en vooral op te beoordelen of ze elk kind in zijn psychologische ontwikkeling volgen of niet.

Klik hier voor de brief – de kortetermijnsverandering staat in punt 1 op p.2.


Aan de heren T. Heemskerk, J.W. Hengeveld, J. den Oudsten en mevrouw A. Sprengler

21 februari 2017.

Geachte mevrouw, geachte heren,

We danken u voor de uitnodiging om met u een onderhoud te hebben over het kleuteronderwijs.

Ons vertrekpunt is de psychologische ontwikkeling van het jonge kind, met bijzondere aandacht voor de ontwikkeling van jonge peuter (gemiddeld 3 jaar – 3 jaar en 9 maanden) naar oudere peuter, naar kleuter naar jong schoolkind (gemiddeld 6,5 jaar – 8,5 jaar). Zie de bijlage.

Onze hoofdstelling is dat een kleuter geen jong schoolkind is. Dit wil zeggen dat een kind dat in neurologisch en psychologisch opzicht nog een kleuter is, geen stof als het inoefenen van letters, lezen, schrijven en terugtellen (stof op het niveau van een jong schoolkind) aangeboden dient te krijgen. Het aanbieden dient zeker niet op schoolse wijze met behulp van instructie en veel herhaling te geschieden (de kenmerkende vorm van onderwijs waarin leerstof wordt aangeboden aan kinderen die ergens niet aan toe zijn), maar ook niet ’spelenderwijs’ verpakt in een spelvorm of voorzien van kindvriendelijke illustraties.

Onderwijs aan een kind óp zijn ontwikkelingsniveau, en niet erbóven noemen we aansluitend onderwijs. Dit in tegenstelling tot vooruitlopend onderwijs: onderwijs aan een kind bóven zijn ontwikkelingsniveau, waarbij een kleuter voor een taak wordt gesteld waar hij neurologisch- en psychologisch nog niet aan toe is.1 Door een kind stof boven zijn huidige niveau aan te bieden zou de psychologische ontwikkeling van het kind versnellen, maar in de praktijk is dit nooit gebleken. Sterker nog, wij achten deze vorm van onderwijs verantwoordelijk voor de vele problemen die er op dit moment zijn en waar u en wij ons zorgen over maken.

Aansluitend onderwijs is geen nieuw concept: vóór de invoering van het basisonderwijs in 1985 was het in feite de regel. De WSK bepleit daarom het herstel van het beginsel ‘aansluitend onderwijs’, zoals dat verankerd was in de wet op het kleuteronderwijs van 1955, nu met gebruik van de meest recente onderwijsmiddelen.

Op 15 maart jongstleden heeft de Tweede Kamer zich in een motie, die met 138 stemmen is aangenomen, uitgesproken vóór aansluitend onderwijs. Zij verzocht de regering namelijk ‘om bij de vervolgstappen met betrekking tot de curriculumontwikkeling die verband houden met kleuters, specifieke aandacht te geven aan hun ontwikkelingsfase, bijvoorbeeld door de Werk-/Steungroep Kleuteronderwijs (WSK) daarbij te betrekken’.2 Zij verzocht dit omdat ze naar aanleiding van de uitzending van De Monitor van 21 februari3 constateerde dat ‘kleuters in ons onderwijssysteem in toenemende mate worden benaderd als schoolkind in plaats van kleuter’ en ‘dat overheden, schoolbesturen en methodeontwikkelaars regelmatig stimuleren om kleuters al formeel te laten leren, terwijl kleuterleerkrachten, ontwikkelingspsychologen en andere deskundigen waarschuwen voor nadelige effecten en pleiten voor voorwaardenscheppend onderwijs’.2

Een vast patroon in de psychologische ontwikkeling is een feit, tenzij wordt aangetoond dat die ontwikkeling niet verloopt zoals we in de bijlage schetsen. Daarom dient het onderwijsbeleid volledig aansluitend onderwijs te faciliteren. Dat houdt onder meer in:

  • De pabo’s maken de studenten vertrouwd met de psychologische ontwikkeling van het jonge kind en brengen hen van daaruit de praktijk van aansluitend onderwijs bij.4
  • De kerntaak van de Inspectie van het Onderwijs is: na te gaan of leerkrachten met hun onderwijsaanbod daadwerkelijk aansluiten op het ontwikkelingsniveau en de leerbehoefte van het kind. Het ontwikkelings- en leerproces van het individuele kind dient opnieuw centraal te staan.
  • Onderwijsopbrengsten dienen niet langer centraal te staan, maar de focus moet liggen op het ontwikkelings- en leerproces van een kind. Als men dat doet, komen de goede opbrengsten als vanzelf.

Aansluitend onderwijs vraagt naast een ander beleid op de pabo’s en bij de onderwijsinspectie om meer maatregelen. We noemen er vier:

  1. In het primaire onderwijsveld bestaat grote behoefte aan stagiaires en afgestudeerden die gedegen inzicht hebben in de psychologische ontwikkeling van het kind zodat ze vanuit die kennis in de praktijk zorgvuldig kunnen werken. In het onderzoekje aan het slot van de bijeenkomst op het ministerie van 14 december 2016 is dit bevestigd. Daarom dient er zo spoedig mogelijk een wettelijk kader voor twee afstudeerrichtingen aan de pabo’s te komen: een afstudeerrichting Jong Kind waarin de opeenvolgende peuter-, kleuter- en fase van het jonge schoolkind (samen van ongeveer 3-3,5 jaar tot ongeveer 8 jaar) centraal staan, en een afstudeerrichting Ouder Kind waarin de opeenvolgende fasen van het jonge schoolkind, middenbouwkind, bovenbouwkind en formeel functionerende pre-adolescent (samen ongeveer 6-6,5 jaar tot ongeveer 12-13 jaar) centraal staan. Wij bevelen aan dat de fase van het jonge schoolkind (globaal genomen het kind in de groepen 3 en 4) in beide afstudeerrichtingen grondig aan bod komt.
  2. Nog vóór het wettelijke kader van punt 1 er is, is het volgens ons zaak dat de overheid zo spoedig mogelijk nascholingscursussen faciliteert voor leerkrachten die menen dat ze vanuit hun opleiding niet, onvoldoende of incorrect zijn onderwezen over de psychologische ontwikkeling van het kind en over het geven van aansluitend onderwijs. Op 8 juli 2016 hebben we daarover een brief geschreven aan de Tweede Kamer.5 De minimale inhoud van de nascholingscursussen staat in het WSK-document Minimale competenties voor de beginnende kleuterleerkracht.4
  3. Op 12 september hebben het Ministerie van OCW en de PO-Raad de brochure Doorstroom van kleuters uitgebracht.6 Over de brochure heeft de WSK op 27 september 2016 een brief aan de Tweede Kamer geschreven.7 De brochure bevat passages waarin aansluitend onderwijs wordt verwoord (bijlage I bij die brief), maar ook veel passages die daar strijdig mee zijn (bijlage II bij die brief).

In samenhang met Doorstroom van kleuters is er de afspraak tussen het Ministerie van OCW en de PO-Raad om het percentage doubleurs (ook in groep 2) te laten dalen naar 1,5% in 2020 (Dekkers brief aan de Tweede Kamer van 4 april 20168). Elk streefpercentage doubleurs is echter strijdig met aansluitend onderwijs – dat geldt dus voor 1,5% voor een hele school en zeker voor groep 2. Elk streefpercentage doubleurs gaat uit van cijfermatigheid, kan daardoor geen recht doen aan de individuele ontwikkelingsbehoeften van het jonge kind en dient dus te verdwijnen.

  1. Het huidige kleuteronderwijs gaat al vele jaren gebukt onder structurele misstanden. Zie het zwartboek Kleuters in de knel! dat we op 9 april 2013 aan de Tweede Kamer hebben aangeboden9. En zie uitzending van De Monitor van 21 februari3. Om het ontstaan en voortduren van structurele misstanden te voorkomen stelt de WSK voor dat er een officieel erkende instantie komt, die rechtstreeks is gekozen door in actieve dienst zijnde kleuterleerkrachten en die geraadpleegd dient te worden bij elke beleidsregel en wet die (ook) het kleuteronderwijs aangaat.

Volgens ons is geen enkele persoon of instantie verantwoordelijk voor de misstanden waar we in punt 4 op doelen. Integendeel: iedere betrokkene bij het huidige basisonderwijs is slachtoffer van de geschiedenis die in 1929 is begonnen toen Kohnstamm het idee van vooruitlopend onderwijs in ons land introduceerde, dat in 1946 werd geïnstitutionaliseerd toen Langeveld het Pedagogisch Instituut oprichtte. Één van ons, Ewald Vervaet, heeft daarover uitvoerig geschreven in zijn boek Basisonderwijs zonder basis (2016). We hopen dat het Ministerie van OCW in de volgende kabinetsperiode het onderwijsbeleid zal ombuigen in de richting van ‘Een kleuter is geen schoolkind’ – eventueel nadat er een gedachtewisseling over deze geschiedenis plaats heeft gevonden, aangezien het voor het onderwijsbeleid van groot belang is dat de uitkomsten van het onderzoek dat in het boek beschreven is besproken worden.

We zijn gaarne bereid de inhoud van deze brief nader toe te lichten.

Op 25 maart aanstaande houden we onze zevende landelijke bijeenkomst.10 We nodigen u en al uw collega’s graag uit om daaraan deel te nemen!

Met vriendelijke groeten, namens de kerngroep van de WSK,

Elly Dienske, Ewald Vervaet, Gerda Witte

cc: leden van de Commissie OCW van de Tweede Kamer der Staten-Generaal; zodra de nieuwe Commissie OCW na de Kamerverkiezingen van 15 maart bekend is, ontvangen haar nieuwe leden deze brief alsnog.

Noten

  1. www.wsk-kleuteronderwijs.nl/wp-content/uploads/2014/09/2014_09_20_stuk-over-spel_DEFINITIEF-1.pdf, met name het voorbeeld van Marco op p.7-8.
  2. www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2016Z05026&did=2016D10290.
  3. www.npo.nl/de-monitor/21-02-2016/KN_1676827.
  4. wsk-kleuteronderwijs.nl/pabo-brochure/.
  5. www.wsk-kleuteronderwijs.nl/overheid/brieven-aan-de-tweede-kamer/verzoek-om-nascholingscursussen-over-ontwikkelingsfasen-kleuters/.
  6. www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2016/09/12/doorstroom-van-kleuters.
  7. wsk-kleuteronderwijs.nl/wp-content/uploads/2016/09/2016_09_27_reactie-op-doorstroom-van-kleuters_DEFINITIEF.pdf.
  8. wsk-kleuteronderwijs.nl/wp-content/uploads/2016/05/2016-04-04-dekker-kamerbrief-over-het-onderwijs-aan-kleuters.pdf.
  9. www.wsk-kleuteronderwijs.nl/wp-content/uploads/2013/04/Zwartboek-Kleuters-in-de-knel-april-2013-LR.pdf.
  10. www.wsk-kleuteronderwijs.nl/landelijke-bijeenkomst/uitnodiging-voor-de-7e-inspiratiedag-de-praktijk-van-aansluitend-onderwijs/.

De PDF versie van de brief met de bijlagen
2017_02_21_brief voor ministerie ocw_DEFINITIEF

3 reacties

  • Maudy Tiemstra

    Mooi dat dit nu gebeurt..in deze tijd dat de opbrengsten toch meest centraal staan, zelfs bij het jonge kind, en als maatgevend worden gezien op veel scholen
    Ik onderschrijf de besproken zaken in de brief aan het minesterie en ben benieuwd naar de voortgang

  • Hetty Nijmeijer

    Helemaal mee eens .Als ICO-er merk ik de laatste jaren dat er veel te weinig kennis van de ontwikkeling van het jonge kind is bij de studenten . Dan zijn we blij, dat er op school nog personeel is, dat opgeleid is op de KLOS. Zij hebben veel kennis van het jonge kind wat nu nog overgedragen kan worden aan de studenten . Maar die theoretische kennisoverdracht hoort de PABO uit te voeren .
    Succes met dit initiatief.

  • Karin Zandbergen

    Men mag wel snel zijn om kleuterleidsters in te zetten. Wij zijn een ” uitstervend ras “!!!!! Nu kunnen wij nog onze kennis overdragen. Maar als wij er ook niet meer zijn……..

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *